‘Mijn Rusland: oorlog of vrede’ van Michaïl Sjisjkin: loflied op een ander Rusland
Michaïl Sjisjkin (1961) geldt voor velen als de grootste Russische schrijver van het moment. Hij woont sinds 1995 in ballingschap in Zwitserland en heeft al jaren het Zwitsers staatsburgerschap. Met veel bijval verschenen bij ons zijn romans Onvoltooide liefdesbrieven (2013) en Venushaar (2014), alsook de verhalenbundel De kalligrafieles (2016).
‘Het is pijnlijk een Rus te zijn’, zo opent Sjisjkin zijn nieuwste boek ‘Mijn Rusland’, een bundeling scherpzinnige beschouwingen over de huidige staat van Rusland, de Russische geschiedenis en het dagelijkse leven in de Sovjet-Unie. In zijn voorwoord schrijft Sjisjkin dat ‘Mijn Rusland’ in eerste instantie een liefdesverklaring is aan zijn geboorteland én aan de Russische taal. Sjisjkin, zoon van een Russische vader en een Oekraïense moeder, wil met zijn boek bovendien vergiffenis vragen aan de Oekraïners, in naam van ‘zijn’ Rusland: ‘Al weet ik dat alles wat daar is gebeurd niet vergeven kan worden.’
‘Mijn Rusland’ verscheen voor het eerst in 2019, in het Duits en in co-auteurschap met voormalig ARD-correspondent Fritz Pleitgen. De stukken van Pleitgen zijn niet opgenomen in latere vertalingen, terwijl alle gebeurtenissen van na 2019, zoals de invasie van Oekraïne op 24 februari 2022, nadien door Sjisjkin zijn geïntegreerd. De Nederlandse vertaling pakt zelfs uit met Sjisjkins doortastende brief naar aanleiding van de dood van oppositieleider Aleksej Navalny op 16 februari 2024: ‘Een Rusland dat zo achteloos zijn beste mensen uitwist, is geen land waar je nog kunt leven.’
Cultuur schiet altijd tekort in oorlogstijden, stelt Sjisjkin. Het enige wat een schrijver rest, is van zich laten horen. Russen in het buitenland die zwijgen, steunen de oorlog en Poetin. Sjisjkin voert sinds jaar en dag, vanuit zijn relatief veilige positie, een persoonlijke strijd tegen het autoritaire Poetin-regime. Zo was er in 2013, nog vóór de annexatie van de Krim en vóór Poetins invasie, zijn spraakmakende, in Rusland gepubliceerde open brief, een hoogtepunt in ‘Mijn Rusland’. Hierin verklaart hij zich te schamen voor zijn land en rechtvaardigt zijn weigering om deel te nemen aan een boekenbeurs in New York als lid van een Russische schrijversdelegatie. De propagandamachine bombardeerde Sjisjkin tot landsverrader en zette een lastercampagne op.
Sjisjkin betoogt dat er vandaag twee Ruslanden bestaan. Er is ‘een beschavingsoorlog’ aan de gang tussen enerzijds zij die op eigen risico vechten tegen de misdadige staatsmacht en strijden voor basisrechten en democratie, en, anderzijds, zij die altijd aan de kant van ‘de tsaar’ zullen staan. Dat de Russische staat zich ten opzichte van de eigen bevolking als een totalitaire bezettingsmacht gedraagt, gaat volgens Sjisjkin terug tot zijn stichting door de Vikingen, met wier invasie op het grondgebied van de Slavische stammen de Russische geschiedenis begint.
Sjisjkin pleit voor een nationale schuldbekentenis. Er is geen andere uitweg dan een lange, pijnlijke wedergeboorte: ‘Zonder een totale depoetinisatie zal Rusland geen toekomst hebben.’ Het is de taak van Russische kunstenaars om te laten zien aan de wereld dat er een ander Rusland bestaat. Met ‘Mijn Rusland’ werpt Sjisjkin het juk van ‘slaaf van het imperium’ definitief van zich af.